Het plaatsen van zonnepanelen wordt naast een ecologische overweging vaak gezien als een investering. Een investering willen we liefst zo snel mogelijk terugverdienen. Bij zonnepanelen zijn er verschillen factoren die een invloed hebben op hoe snel dit gebeurt. Zo is er het rendement, het type van panelen, de soort omvormers en de levensduur.
INHOUD
De exacte levensduur bepalen is niet makkelijk omdat de technologie in de laatste generatie vrij nieuw is. Een zonnepaneel gaat minstens 25 jaar mee, voor de nieuwe generatie kunnen we rekenen tot 40 jaar of zelfs langer. De levensduur wordt beïnvloed door de kwaliteit en het rendement. In Europa hebben we geluk dat het rendement minder hard door de afwezigheid van extreme weersomstandigheden.
Levensduur zonnepanelen: welke soorten panelen bestaan er?
Er bestaan twee soorten zonnepanelen, namelijk de thermische en de fotovoltaïsche. Deze tweede kunnen we verder onderverdelen in de amorfe, de monokristalijne en polykristalijne, met elk een verschillende eigenschappen en levensduur.
Thermische zonnepanelen worden gebruikt om warmte te produceren, denk hierbij aan een zonneboiler. Deze maken dus geen elektriciteit.
Werking thermische zonnepanelen
Het zonlicht verwarmt een gel in de panelen die dan naar een vat wordt gepompt om het water op te warmen.
Levensduur thermische zonnepanelen
De levensduur van deze soort bedraagt gemiddeld 20 tot 25 jaar. Dit systeem bestaat uit veel verschillende onderdelen, dus bij defect is het mogelijk dat er maar één onderdeel vervangen hoeft te worden, wat de levensduur nog meer verlengd.
Fotovoltaïsche zonnepanelen zijn die waar we aan denken bij zonne-energie. Deze soort zet zonne-energie om in elektriciteit.
Werking fotovoltaïsche zonnepanelen
Een zonnepaneel bestaat uit een verzameling van zonnecellen die dan samen op het plaats geplaats worden. Deze zonnecellen bestaan uit silicium, dat vermengd wordt met andere elementen zoals fosfor en boor om een betere geleider te worden.
Zonlicht bestaat uit fotondeeltjes die vrijkomen uit de zon. Wanneer deze fotondeeltjes het zonnepaneel bereiken, komen er elektronen vrij die een elektrische spanning opwekken. Om die elektrische spanning op te wekken moet er een onevenwicht zijn tussen de elektronen. Dit wordt gecreëerd door twee typen van zonnecellen naast mekaar te plaatsten.
Type ‘n’ bestaat uit silicium en een overschot aan elektronen door bijvoorbeeld toevoeging van boor, type ‘p’ heeft een tekort aan elektronen door bijvoorbeeld toevoeging van fosfor. De elektronen gaan dan naar mekaar overvloeien en zo hebben we elektrische stroom. Ten slotte moet deze gelijkstroom nog doormiddel van een omvormer omgezet in wisselstroom, zodat ze al uw elektrische apparaten laten werken.
Dit type kan onderverdeeld worden in 3 types
- Amorfe zonnepanelen zijn de goedkoopste in aankoopprijs. Hun levensduur is korter dan bij de anderen. Gemiddeld gaan ze 15 jaar mee.
- Mono-kristallijne zonnepanelen zijn de duurste en hebben het hoogste rendement. Hun gemiddelde levensduur bedraagt 25 jaar.
- Polykristallijne zonnepanelen hebben een redelijke aankoopprijs en een goed rendement. Deze gaan gemiddeld 25 Ã 30 jaar mee.
De omvormer van uw installatie is vaker aan vervanging toe. Afhankelijk van de kwaliteit zal hij 8 à 15 jaar meegaan. Voor een vervanging betaalt u zo’n 1000 à 1500 euro.
U kan zelf ook enkele dingen doen om de levensduur van uw zonnepanelen te verlengen
- Controleer de systeemoutput, zo ziet u of ze het juiste vermogen leveren.
- Controleer de bekabeling, een correcte aansluiting is zeer belangrijk.
- Reinig uw panelen, zeker in periodes van lange droogte.